SCHRIJVEN OP B1 NIVEAU
Praktische tips voor het schrijven op B1-niveau:
1. Gebruik korte zinnen
Beperk zinnen tot maximaal 10-15 woorden. Dit verbetert de leesbaarheid aanzienlijk.
2. Kies eenvoudige woorden
Vermijd jargon en complexe termen. Gebruik alledaagse woorden die de meeste mensen kennen.
3. Structureer je tekst logisch
Begin met de belangrijkste informatie. Gebruik tussenkopjes en alinea’s om de tekst op te breken.
4. Schrijf actief
Gebruik actieve werkwoorden in plaats van passieve constructies. Bijvoorbeeld: “Wij sturen u de factuur” in plaats van “De factuur zal worden verstuurd”.
5. Wees concreet
Geef specifieke voorbeelden in plaats van abstracte concepten.
6. Gebruik opsommingen
Lange stukken tekst kunnen onoverzichtelijk zijn. Gebruik opsommingstekens voor meer duidelijkheid.
7. Vermijd afkortingen
Schrijf woorden voluit, tenzij de afkorting algemeen bekend is.
8. Hanteer een persoonlijke toon
Gebruik ‘u’, ‘je’ en ‘wij’ om de lezer direct aan te spreken.
9. Beperk bijzinnen
Te veel bijzinnen maken een zin ingewikkeld. Verdeel informatie over meerdere korte zinnen.
10. Test je tekst
Gebruik tools zoals de Leesniveau Tool of laat iemand uit je doelgroep de tekst lezen en feedback geven.